Over hoe je de stip op de muur inkleurt

Het is alweer drie en een half jaar geleden dat ik mijn boek ‘En nu jij!’ publiceerde. Het boek ontstond door een grote berg bestaande blogs aan elkaar te rijgen en te herschrijven. Maar tussen die blogs schreef ik ook allemaal nieuwe tekst, die ik nooit online heb gepubliceerd. Verborgen schatten. Zonde. Tijd om ze te delen. De komende weken elke zondagochtend een nieuw deel. Schrijf je in voor de blogalert om elke nieuwe post direct in je mailbox te ontvangen.

Vorige week deelde ik hoe je een stip op de muur zet. Nu het praktische, maar ook methodische vervolg: hoe je de stip inkleurt.

Je wolk vullen

Als eerste stap gaan we elementen verzamelen die in jouw toekomstbeeld passen. Belangrijk uitgangspunt is dat je je toekomstbeeld als wolk voor je ziet. Een wolk met flarden van dingen waar je goed in bent, je missie, wat je wil bereiken, dingen die je leuk vindt. Niet te scherp geformuleerd. Een wolk heeft geen scherpe randen.

Pak eens een leeg velletje papier of een leeg docje en schrijf op wat in je opkomt. Maakt niet uit wat. Alles wat in die wolk hoort.

Deel het in drie categorieën in:
Wat wil je doen?
Waar wil je dat doen?
Hoe wil je het doen?

Onder ‘Wat’ zet je dingen die je graag wil doen. Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden. Doe-dingen. Breng ze naar een niveau dat je er ook wat mee kan. Vraag eerst twee keer ‘Waarom?’ aan jezelf. Vaak kom je dan uit op een kreet die begint met ‘iets met…’. Iets met mensen. Iets met verandering. Iets met onderzoek. Je kunt hier trouwens ook dingen uitsluiten. Niets met leiding geven. Maak het niet te concreet, maar let er ook wel weer op dat het niet te vaag wordt. Niet te algemeen. Anders past het op alles en iedereen en heb je nog geen doelen.

In tegenstelling tot de meeste doelen is het nu eens goed je doelen niet SMART te formuleren. SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Ambitieus, Realistisch en Tijdsgebonden. Ambitieus en realistisch moeten je doelen wel zijn. De andere drie letters mag je van mij nu even vergeten. Denk meer aan Inspirerend, Zinvol en Uitdagend. AZURI dan maar?

De combinatie van ambitieus en realistisch maakt het altijd lastig. Maar die leiden wel tot de inspirerende, zinvolle uitdaging. Maak je je doelen te ambitieus en te weinig realistisch, heb je zelf te weinig vertrouwen dat je het ooit gaat halen waardoor je met minder energie aan de slag gaat. Zijn je doelen helemaal niet ambitieus en kan je ze binnen heel korte tijd behalen, haal je er minder voldoening uit waardoor je uiteindelijk je lust verliest. Bereik je een ambitieus doel, dan stijgt je zelfvertrouwen en voel je je goed door een shot van het hormoon dopamine. Dit geeft je een boost om door te gaan.

Bij ‘Waar’ benoem je zaken als cultuur, branche, type bedrijf, type producten, etc. Het waar. Dienstverlening of fabricage? Lokaal of internationaal? B2B of B2C? Ambtenaren of cowboys? Constante verandering of gevestigde orde? In een team met collega’s die ook je vrienden zijn? In je eentje op je zolderkamer?

Maar ook de werkelijke fysieke omgeving. Hoe ver ben je bereid te reizen vanuit je woonplaats? Of wil je juist verhuizen? Weg uit de omgeving waar je woont? Nederland, of juist liever het buitenland?

Tot slot benoem je het hoe. Dit zijn competenties[i] die je nodig gaat hebben als je de genoemde taken wil gaan doen. Wat moet je kunnen om de taken te kunnen uitvoeren?

Hier beschrijf je ook op wat voor manier je wil werken. Hoe wil je omgaan met mensen, klanten, je werkgever, de maatschappij en het milieu? Winstgedreven of humanitair? Samen in een hecht team of als eenpitter aan de slag? Vanuit een sterke strategie in een nietsontziende lijn naar het doel? Of ga je voor ‘world peace’? Hoe wil je door anderen gezien worden? Hoe wil je dat anderen over je praten? Of dramatischer: hoe wil je herinnerd worden?

Als je de eerste versie van je wolk compleet hebt kijk ze dan nog eens door. Praat er nog eens over en plak het als doel aan de muur. Daar wil je naar toe groeien.

Kijk naar vacatures. Als er eentje aanspreekt, knip ’m uit (zal trouwens wel uitprinten zijn), zonder direct te kijken of je er op past, of precies die functie zou willen hebben. Heb je een stapeltje vacatures verzameld (functieprofielen uit het functiehuis van je werkgever mogen er ook bij), leg ze dan eens naast elkaar. Wat zijn de kernwoorden waarop je triggerde? Wat is er ‘leuk’ aan die rollen?

Zijn het de taken, de omgeving of de manier waarop je het wil doen? Filter deze zaken eruit en zet ze op een rijtje, ingedeeld in de drie categorieën.

Een andere oefening is het naast elkaar leggen van een aantal functies. Bijvoorbeeld je huidige functie en je vorige functie. En een functie die je als je volgende stap ziet. Of een volgende functie waar je eigenlijk over twijfelt. Daarnaast dan de functie die, als de hele wereld om jou zou draaien, jij zou vervullen.

Zet voor iedere functie een simpel tabelletje op een A4-tje. Twee kolommen, links de plus, rechts de min. Zet in de kolommen de positieve kanten aan de rol en de mindere kanten. Waarom is of was de rol leuk, waarom spreekt deze aan, waarom zou het niet willen, et cetera.

Deel ze in de drie categorieën (Wat, Waar en Hoe) in.

Als je dit gedaan hebt, er misschien nog eens met iemand over hebt gesproken, zet dan alle plusjes en alle minnetjes in één nieuw tabelletje onder elkaar en ontdubbel ze. Wat je waarschijnlijk zal zien is dat je veel dezelfde dingen hebt opgeschreven. Als het goed is heb je nu een basis voor jouw ideale functie. Deze kunnen in je wolk.

Van schrijver, coach en trainer Frank Schaper leerde ik het belang van rolmodellen te onderkennen. Onbewust kopiëren wij gedrag van onze helden. Dat kunnen je ouders zijn, maar ook striphelden en filmpersonages. Op latere leeftijd verschuift dit meer naar succesvolle zakenmensen, collega’s, leidinggevenden, politici en artiesten.

Maar je kunt ook bewust op zoek gaan naar je rolmodellen en bepalen welk gedrag jij graag zou willen vertonen. Bedenk voor jezelf eens wie je rolmodellen zijn. Naar welke mensen kijk je op? Wie vind jij echt succesvol? En waarom? Van wie heb je gedrag overgenomen? Wat doen je rolmodellen? In wat voor omgeving en onder welke omstandigheden?

De antwoorden op deze vragen kunnen je wolk verder vullen. Zelfs de meest vervelende mensen kunnen eigenschappen bezitten die jij ook zou willen hebben. Of dingen doen die jij wil doen. Doelen hebben bereikt die de jouwe hadden kunnen zijn.

Volgende week meer over het vullen van je wolk in het slotstuk van deze trilogie.

Groeten,

Frank

Deze post is onderdeel van hoofdstuk 1 van ‘En nu jij!’. Hier vind je meer informatie over het boek. Bestel het boek hier direct bij de uitgever, of bijvoorbeeld bij bij bol.com of managementboek. Of stuur me een berichtje, dan verstuur ik ‘m zelf aan je. Of ik kom ‘m brengen.

Frank


[i] Competenties zijn samengesteld uit kennis, vaardigheden en eigenschappen. Het onderscheid krijgt iets kunstmatigs op het moment dat men echt goed naar de individuele eigenschappen en vaardigheden gaat kijken. Dan blijkt dat het geen onafhankelijke aspecten zijn. Het onderscheid tussen persoonseigenschappen en vaardigheden is dus theoretisch wel te maken, maar in praktijk heb je er niet zoveel aan. (Stoker, 2003)

En nu jij!

Als je nog niet uitgelezen bent, er staan nog 350 blogs voor je klaar. En bijna 100 podcasts. Of bestel een van mijn boeken.
Wil je een mailtje krijgen als er een nieuwe blog of podcast online staat en mijn boek ‘En nu jij!’ als ebook ontvangen? Schrijf je dan in voor mijn update.
Maar van lezen en luisteren alleen kom je niet vooruit. Wil je echt aan de slag? Start dan vandaag nog met mijn coachingsprogramma of schrijf je in voor een training.